Beleidsplan 2019-2024

Inhoud:
  1. Inleiding
  2. Te ondersteunen activiteiten
  3. Uitgangspunten
  4. Bestuur en Personeel
  5. Werving en Beheer van Vermogen

 

1. Inleiding

1.    De Stichting “Steunfonds Natuurschoonwetlandgoederen” (hierna in het kort “Stichting” genoemd) heeft de status van een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

2.    Dit beleidsplan verwoordt de prioriteiten die het bestuur zich stelt in de komende vijf jaar (2019 t/m 2024). Dit Plan kan op elk moment worden bijgesteld door het bestuur van de Stichting. Dit beleidsplan is de meest recente versie.

3.    Op 28 december 1995 werd het bovenvermeld Steunfonds opgericht met een tweeledig doel: (1) Het geven casu quo bieden van ondersteuning in de ruimste zin van het woord aan landgoederen die zijn gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928, alsmede het ondersteunen van activiteiten ten behoeve van de instandhouding van voornoemde landgoederen welke mede een functie ten behoeve van de gemeenschap hebben en het verzamelen van voorwerpen en geschriften welke betrekking hebben op de geschiedenis van landgoederen in algemene zin, waaronder het bieden van ondersteuning in voornoemde zin aan het NSW landgoed “Molenbosch” te Zeist; (2) Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

2. Te ondersteunen activiteiten

4.    De Stichting richt zich voornamelijk maar niet uitsluitend op de buitenplaats Huize Molenbosch aan de N225 in Zeist, genoemd naar een graanmolen op het toenmalige perceel. Deze buitenplaats begon met de aanleg van een park in 1839, door Jan David Zocher jr. ontworpen. Hierop volgden de bouw van een villa eveneens door hem ontworpen, een tuinmanswoning, een moestuin en een koetshuis. Nog later volgden een ornamentaal kippenhok, een oranjerie en een tuinprieel.

5.    Opvallende huidige elementen van het park die de toegepaste Engelse landschapsstijl typeren zijn een slingervijver, een oprijlaan, zichtlijnen, slingerpaden en perken, grotendeels volgens het originele ontwerp. Verloren gegane onderdelen zijn een oranjerie, een ijskelder, een kas en delen van het oorspronkelijke bospark. De moestuin heeft haar functie behouden maar is opgedeeld in volkstuinen. Aan de randen van het bospark zijn vier flatgebouwen gebouwd. Hekken, omheining en enkele bosschages zijn in verloop van tijd verwijderd.

6.    Het aantal diersoorten is afgenomen hoewel er nog vleermuizen, ringslangen, eekhoorns, buizerds, spechten, uilen en andere vogels voorkomen. Het parkbos had een functie van fauna-verbindingsbrug tussen de Heuvelrug met de Krommerijnstreek maar deze is grotendeels verloren gegaan vanwege het toegenomen verkeer op de rijksweg tussen deze beide systemen.

7.    Het overgebleven park is grotendeels eigendom van het Utrechts Landschap terwijl de kern met haar oorspronkelijke gebouwen zijn geregistreerd onder de Natuurschoonwet 1928 en door de oorspronkelijke familie wordt bewoond en beheerd. Het gehele park is opengesteld voor bewandeling. Het Gilde Zeist organiseert regelmatig rondleidingen door het park en langs bovengenoemde cultuurhistorische elementen.

8.    De meeste van de bovengenoemde gebouwen en het bospark zijn aangewezen als rijksmonument, waarbij zowel de architectuurhistorische waarde wordt beklemtoond als de ensemblewaarde (door de nabij gelegen landschapsparken van de Breul en Hoog Beek en Royen). De gemeente Zeist typeert het landgoed als gezichtsbepalend.

9.    De voornaamste gebruikers van het park zijn recreanten en buurtbewoners; een kenmerk en inherente waarde van het bospark is de aan wandelaars geboden rust die stimuleert tot bezinning, ontspanning en nieuwsgierigheid, zoals het oorspronkelijke ontwerp en eerdere generaties van bewoners nadrukkelijk beoogden. Deze kwaliteit wordt gecreëerd door visuele afwisseling en de diversiteit van natuurlijk en aangelegd bos en perken, versterkt door eerder genoemde slingerpaden, gezichtslijnen, afrastering en beschutting en door het zoveel mogelijk afschermen van gemotoriseerd verkeer en verkeersgeruis.

10.   De Stichting onderkent de inspanning die instandhouding van hedendaagse NSW-gerangschikte en monumentale buitenplaatsen vergt, zo ook van deze buitenplaats, zonder welke de cultuurhistorische- en recreatiewaarde verder dreigt teloor te gaan. Deze waarden dienen een erkend publiek nut. Openstelling van het park vergt additionele kosten aan beheer van paden en bomen. De onderhouds­behoefte aan het casco van de gebouwen is groot en het gebruik van versieringen en historische materialen zoals leisteen en zacht hout verhogen deze kosten. De energiebehoefte van het gebouw is door haar ontwerp en de eisen, de middelen en de omgeving van de oorspronkelijke bewoners zeer hoog gemeten naar huidige maatstaven. In deze context beschouwt de Stichting het beheerplan van de huidige bewoners voor het in hun beheer zijnde park en gebouwen vanuit historisch en publiek perspectief, als een gedegen uitgangspunt om de eerder genoemde kwaliteiten en functies van deze buitenplaats te helpen behouden en waar mogelijk te herstellen.

11.   De Stichting voorziet daarom in de komende vijf jaar renovatie- en groot-onderhoud ­werkzaamheden aan het casco van de gebouwen op deze buitenplaats financieel te ondersteunen voor zover deze aantoonbaar bijdragen aan het behoud van de monumentale staat ervan. Verder voorziet de Stichting financieel bij te dragen aan het onderhoud aan het bospark naar inzicht van de bewoners met als doel deze haar waarde en functie voor haar gebruikers te doen behouden. Ten derde voorziet de Stichting, wat betreft deze buitenplaats, financieel bij te dragen aan verduurzaming van het onderhoud en met name de energiehuishouding met als doel de functie van deze gebouwen, bewoning, te behouden.

12.   Naast het bovengenoemde beoogt de Stichting de Peppelenbuurt van het Krommerijngebied voor natuur-liefhebbende recreanten aantrekkelijker te maken door waar nodig natuurlijke en cultuurhistorisch interessante landschapselementen, vooral langs wandelpaden, te helpen onderhouden en uit te breiden.

3. Uitgangspunten

13.   Waar de Stichting op aanvraag een financiële bijdrage levert vereist de Stichting een belangrijke inspanning van de gebruikers van een NSW Landgoed. Deze kan onder andere gerealiseerd worden in de vorm van arbeid, toezicht en beheer. De Stichting kan additionele voorwaarden stellen voor eventuele bijdragen.

14.   De Stichting geeft prioriteit aan het ondersteunen van investeringen met een duurzaam effect boven het ondersteunen van jaarlijks terugkerende kosten.

15.   Het Bestuur van de Stichting krijgt geen vergoeding voor haar werk ten behoeve van de Stichting. Werkelijk gemaakte kosten voor fysieke deelname aan vergaderingen worden indien nodig vergoed.

4. Bestuur en Personeel

16.   Het bestuur van de Stichting bestaat uit vijf personen: een voorzitter, penningmeester, en drie algemene leden, met gelijkheid van stemmen. Het bestuur komt tenminste eenmaal per jaar ter zitting, en in uitzonderlijke gevallen vaker. Het huidige bestuur wordt gevormd door:

  • Dhr. J.G.F. van Wageningen, Voorzitter
  • Dhr. A.J. van Wageningen, Penningmeester
  • Ir. C.J.M. van der Burg, Lid
  • Dhr. C.W. Krijgsman, Lid
  • Ir. N.M. van Wageningen, Lid

17.   De Stichting heeft geen personeel in dienst.

5. Werving en Beheer van Vermogen

18.   De Stichting is een steunfonds dat haar middelen uit een schenking ten tijde van haar oprichting heeft betrokken. Dit stamvermogen wordt zoveel mogelijk gereserveerd voor ondersteuning op de lange termijn. De stichting voorziet geen fondsenwerving in de huidige planperiode.

19.   Mobilisatie van steunfondsen worden door het bestuur bepaald en gebaseerd op discussie over en beoordeling van een schriftelijke aanvrage voor steun passend binnen de in dit beleid genoemde aandachtsgebieden.

Leave a Reply